Nijmegen frontstad
Ik woonde vanaf mijn geboorte in 1952 tot 1970 in Nijmegen (kaart). In mijn jeugd vertelden mijn ouders vaak over de oorlog.
Alhoewel Nijmegen al in september 1944 door de geallieerden was bevrijd, bleef de stad tot 5 mei 1945 frontstad. In de strijd om de belangrijke rivieren De Waal en De Rijn tussen de bezettende Duitse legers en de bevrijdingslegers van Amerikanen, Britten en Canadezen lag de stad nog 7 maanden lang in de vuurlinie. Er vielen onder de militairen en de burgerbevolking van Nijmegen nog honderden doden en gewonden. De bevolking leefde veelal in eigen kelders of in openbare schuilkelders, omdat de stad regelmatig onder granaatvuur lag. Amerikaanse militairen, later vervangen door Canadezen en Britse militairen, overspoelden het straatbeeld.
Getuige de dagboeken van mijn ouders liet deze periode een diepe indruk achter, die zij hun verdere leven met zich mee zouden dragen.
Hoe Nijmegen eruit zag in september 1944
Nijmegen garnizoensstad
Frontstad Nijmegen werd in de maanden na de bevrijding in september 1944 een garnizoensstad. De stad verandert in één groot militair kampement: de noodzakelijke voorbereiding voor het grote Rijnland-offensief, dat in het voorjaar van 1945 eindelijk de Duitse weerstand breekt. De contacten tussen Nijmeegse burgers en buitenlandse militairen zijn zeer intensief: er moesten vele duizenden geallieerden in burgerwoningen ingekwartierd worden. Op een gegeven moment telde Nijmegen ongeveer 450.000 geallieerde soldaten, op 100.000 eigen inwoners. Nijmegen werd ook een ‘leave-center’, de plek om militair verlof door te brengen.
Voor Engelse en Amerikaanse militairen werd Nijmegen de uitgaansstad. Men ging er naar de film en in eigen clubs kon men met muziek en dans even bijkomen van de verschrikkingen van de oorlog. Het redelijk onbeschadigd gebleven gebouw ‘De Vereeniging’ was hiervoor een geschikte plek, al vorderde de legerleiding ook cafés en scholen hiervoor.
Ondanks het enorme gevaar kregen het vrijheidsgevoel en de behoefte aan ontspanning en vertier een uitlaatklep op die dansavonden. De geallieerde soldaten en de Nijmeegse meisjes konden volop openlijk swingen op nummers als Lady be good, Honeysuckle rose, In the mood en Boogie Woogie.
Het vrije dansen, het drankgebruik en soldaten die al lang van huis en vrouw gescheiden waren, zorgden soms voor grote problemen. Op de dansavonden kwamen jonge meisjes in ongewenste situaties, zo vonden pastoors en bezorgde ouders.
Mijn vader speelde in bands voor de geallieerden
Mijn vader, Jan Hendriks, toen 19 jaar, speelde bij verschillende combo’s piano en accordeon op de dansavonden voor de geallieerden en de Nijmeegse meisjes. Nijmeegse jongens werden, op de bandleden na, niet toegelaten. Mijn vader dus een unieke ervaring.
Toen 50 jaar na de oorlog zijn dagboek over frontstad Nijmegen werd gepubliceerd, heeft hij daarin zijn impressies van de dansavonden in tekeningen weergegeven.
Mijn vader’s tekeningen
Mijn vader kijkt, als 85 jarige, terug op de tijd dat hij speelde voor de geallieerden
Mijn vader speelt ” Oh Lady be good” op de piano in De Vereeniging
Mijn moeder danste met de geallieerde soldaten
Mijn moeder, Ans Verhees, was 17 jaar in september 1944. Mijn ouders kenden elkaar nog niet in de oorlog. Dat zou pas in 1946 gaan gebeuren. Ze woonden wel allebei in Nijmegen. Alhoewel mijn moeder eigenlijk te jong was om aan de dansavonden met de geallieerden deel te nemen ging ze toch. De Canadese en Engelsen soldaten, die in haar ouderlijk huis waren ingekwartierd, nodigden haar en haar 6 jaar oudere zus Riek uit om mee te gaan dansen. En wie weet speelde op die avonden mijn vader de dansmuziek.
Een pagina over dansavonden met Engelse en Canadese soldaten uit het dagboek, dat mijn moeder tijdens de oorlog schreef.
Donderdag 12 October 1944
De zieken hebben echt wittebrood gehad! Maar wat die mannen al niet eten! Zoveel! Ik heb mogen verbinden, wat ben ik blij dat ik op de herenafdeling ben! Het is er tenminste niet zo’n geroddel. ’s Avonds, onverwachts want ik zou niet mee gaan daar ik toch niet zo goed dans, toch naar ’n dansavond! Met Ellie en vier Engelse soldaten Riek, mijn zus, was erbij met Wimpy. We gingen in twee verschillende auto’s. Om 7 uur waren we er. Twee dansen hebben we geweigerd; toen moesten alle meisjes in ’n kring dansen, de militairen in een kring erachter, tot de muziek zweeg. De jongen waar je voor stond moest je verder mee dansen. Nu had ik mijn allereerste dans op ’n echte dansvloer, en nog wel met ’n Tommy. En…het ging, goed zelfs. Ik vertelde hem dat ik nooit les gehad had. Hij zei dat het heel goed ging en als ik eens verkeerd stapte en hem op zijn teen trapte verbeterde hij me. Nu, veel stil gezeten heb ik niet maar een hele quickstep dansen, dat is me nog te vlug. Toen hebben we een polonaise gehouden “we gaan naar Zandvoort!’’ Bij de controle van de kaartjes op reis naar Zandvoort moest de jongen het meisje een “kiss” geven. Daarna ezeltje rijden op de rug van de heer. Enig was het. We kregen biscuit met heel dik cornedbeef. Een soldaat had voor mij een heel blik gepikt. Ik heb het eerlijk met hem gedeeld, om de beurt ieder een hap. Thee kregen we net zoveel we wilden. Onverwachts ging het licht uit in de bar, ik zal maar niet opschrijven wat er toen gebeurden. Weer terug in de zaal moesten de meisjes de rechterschoen uit doen en die werden op een hoop gegooid. De jongens in start stand erom heen en op het sein vlogen ze eropaf, de schoen die ze pakten moesten ze het meisje bij zoeken, aan trekken en mee dansen. Zo ging het de hele avond door. Gek idee om met de Tommy’s uit te zijn. Om half één kwamen we thuis. Ik was 5 min vroeger thuis dan Riek. Wij hadden aardige lui die ons naar huis brachten. Mac was niet mee geweest. Thuis heerlijk soep gegeten gemaakt door Wimpy. Toen kwam Mac ineens thuis om te vragen of we nog mee gingen naar N0 6 daar werd gedanst. Nu wij mochten nog. Tot half 4 heeft het geduurd. We hebben gedanst, gezongen en Wimpy begeleidde ons met zijn gitaar. Mac danst heerlijk, dat is zo’n echte heer kaarsrecht en een heel klein snorretje dat erg prikt! Van de hele nacht heb ik maar 3 uur geslapen want om 6 uur moest ik weer op. Om 7 uur weer werken hoor! Dat hoort nu eenmaal zo!
Mijn moeder vertelt, als 83 jarige, over het contact tussen meisjes
en soldaten in frontstad Nijmegen
En hoe het afliep
Mijn vader stopte eind 1944 op met het spelen op de dansavonden voor de geallieerden. Zijn studie in Den Bosch was weer begonnen. Mijn moeder dacht dat ze naar Canada zou gaan om met Tom verder te leven. Maar dat liep anders. Tom werd als soldaat gestationeerd in Japan en daarna in Engeland en ze verloren elkaar uit het oog. In 1946 een jaar na de oorlog leerden mijn vader en moeder elkaar kennen. Ze trouwden en kregen vier kinderen. Ze zijn 91 en 90 jaar oud geworden.
Ze werden vaak gevraagd om voor radio, en televisie te vertellen over hun leven in frontstad Nijmegen. Mijn vader speelde tijdens de herdenkingen, meestal rond 18 september of 5 mei voor publiek zijn jazz nummers uit de oorlog. Drie weken voor mijn vader overleed in 2017, deed hij dat voor het laatst in Café de Brebl in Nijmegen op een dansmiddag voor jongeren. Mijn vader speelde toen, 91 jaar oud, 26 jazz nummers achter elkaar. En mijn moeder werd door een van die jongeren ten dans gevraagd tijdens het laatste door mijn vader gespeelde jazz nummer. En daarmee is de cirkel rond.